Op 6 juli aanstaande het nieuwe (langverwachte) album van de Schintaler wordt gereleased. Als voorproefje hierop hadden wij een interview met Frans Senden, toetsenist van de Schintaler. Wij voelden hem aan de tand over zijn muzikale verleden, privé-leven en natuurlijk de nieuwe CD.
Jouw begincarrière in een notendop? In 1994 ben ik gestopt met het conservatorium omdat ik een verzoek kreeg om in Duitsland een solo artiest (Willy Seits) te gaan begeleiden. Seits genoot toen veel bekendheid met het ‘Orginaal Nabtaal Duo’. Bij dit tweetal ontstond onenigheid en Willy wilde graag als soloartiest doorgaan. Zijn producer vond wel dat een band als begeleiding nodig was. Zo kwam er een formatie van vier mensen waarvan ik een van de muziekanten was. Hoe kwam je bij de Schintaler terecht? Ik stopte met Willy Seits in februari 1999. Hierna heb ik diverse studioprojecten gedaan, en in oktober 1999 kreeg ik een telefoontje van John Diederen. Hij vroeg of ik interesse had om bij de Schintaler te komen spelen. Dat doe ik nu sinds januari 2000.
Is het werken met de Schintaler een fulltime baan? Ik wil nu wat meer regelmaat in mijn leven. Na jaren toeren in Duitsland was ik het een beetje zat om steeds weer van huis te zijn. Ik werk momenteel bij de belastingdienst. Wel ben ik nog bezig met het arrangeren van liedjes voor carnavalsgroepen. Overigens wel wat op een lager pitje.
Hoe gaat het nieuwe album van de Schintaler klinken en is de nieuwe titel van het album al bekend? Het wordt een mengelmoes van polka's met wat meer pop-getinte Ierse klanken. De voorlopige werktitel van het album is ‘De kracht van het plat’.
Hoe verklaar jij het grote succes van de Schintaler? Ik denk dat de Schintaler pioniers zijn op het gebied van Oostenrijkse stimmungs- en tentmuziek. Deze muziek bestond vroeger ook al, maar dat waren meer de traditionele kapellen die op hun beurt weer uit fanfares waren ontstaan. Toen in Duitsland onder anderen ‘de Schürzenjäger’ en ‘de Kloostertaler’ veel succes oogstten met deze formule, werd dit voor de Schintaler ook interessant. Dit was toen een unieke formule in Limburg en daar kunnen we nog jaren mee vooruit.
Geeft de muziek die je maakt met de Schintaler voldoening? Iedere soort muziek kun je op een goede manier vertolken. Er is als het ware geen slechte muziek en dat is ook mijn motto. Ik probeer iedere soort muziek zo goed mogelijk te spelen. Dat is voor mij de uitdaging. Daar kan ik van genieten.
Er bestaan geruchten dat het rond de Schintaler niet goed gaat, hoe zit dat? De Schintaler zijn op dit moment, naast Rowwen Héze, de topband in Limburg. Over de geruchten kan ik kort zijn: ‘Hoge bomen vangen veel wind.’ Daar is alles mee gezegd.
De Schintaler over 5 jaar? Verder gaan met waar we nu mee bezig zijn en proberen onze eigen stijl te continueren en uit te breiden.
Welke muziek spreekt jou zelf erg aan? Ik houd vooral van de ‘Dire Straits’ en Mark Knofler. Verder mag ik graag luisteren naar blues, jazz en klassieke muziek.
Laten we nog een gerucht uit de wereld helpen, is er nu ruzie tussen Ummer d’r Neaver en de Schintaler? Nee, absoluut niet. Het is een spelletje tussen beide bands. Op dit moment zijn twee jongens van ‘Ummer d’r Neaver’ ook vertegenwoordigd in onze groep. Een beetje flauwe-kullen onder elkaar kan geen kwaad.
Landgraaf, Frans Senden Landgraaf, Hubert Schunken